“Een stem geven aan degenen die geen stem hebben” is een goedbedoelde maar enigszins neerbuigende uitdrukking. De meeste mensen hebben wel een zekere mate van inspraak, maar vandaag zijn het nog te vaak diegenen met netwerken, middelen en privileges die bevoordeeld worden.
En hoe zit het de dieren, planten, rivieren en bergen met wie we onze planeet delen? Bij beleidsvorming over bijvoorbeeld stedelijke ontwikkeling en klimaat zijn hun belangen cruciaal. Toch ligt de beslissingsmacht bij de mens – en daarmee ook de keuze of ons milieu een kans krijgt om de klimaatcrisis het hoofd te bieden.
Daarom wordt er in steeds meer participatie-initiatieven rekening gehouden met de stem van andere soorten. Dat noemen we het ‘meer-dan-menselijke’ perspectief.
Een ‘meer-dan-menselijk’ perspectief
Hier in België organiseerde de stad Mechelen onlangs een burgerpanel over het herverbinden van de stad met haar belangrijkste rivier, de Dijle.
Na een eerste overlegronde werd elke deelnemer gevraagd om een niet-menselijke soort te vertegenwoordigen. Ze kregen een persona toegewezen – een specifieke plant, vogel of dier – en maakten een boottocht over de rivier om zich in te leven in hun nieuwe, meer-dan-menselijke identiteit.

Het initiatief vergadering leverde 15 principes op om ervoor te zorgen dat alle inwoners van Mechelen – menselijk en niet-menselijk – een positieve relatie kunnen hebben met de rivier in het hart van hun stad.
Deze principes omvatten aanbevelingen om 30% van de oevers van de rivier te herstellen, strategisch te beplanten voor een maximaal voordeel voor de fauna, de waterkwaliteit te meten en de rivier en haar omgeving afvalvrij te maken. Stuk voor stuk in de eerste plaats ten dienste van de niet-menselijke bewoners.

Dit was trouwens geen losstaand experiment. Internationaal zien we een groeiende beweging naar ecologische democratie.
In het Verenigd Koninkrijk organiseerde de dierenwelzijnsorganisatie Royal Society for the Prevention of Cruelty to Animals onlangs ook een project op hun Go Vocal-platform om mensen te betrekken bij het verzamelen van meningen over de toekomstige behoeften van huisdieren, vee en wilde dieren, rekening houdend met de rol van technologie en klimaatverandering.
Deelnemers bespraken kwesties zoals het gebruik van dieren in de sport, het best mogelijke gebruik van landbouwgrond, en de mogelijkheid om kweekvlees in te zetten als alternatief voor de veeteelt. Honderden reacties stroomden binnen. Met deze input kan de grootste dierenwelzijnsorganisatie van het VK zich beter inzetten voor dierenwelzijn op politiek niveau.
Het project schakelde vervolgens over naar een burgerberaad om de ideeën verder uit te diepen en te verfijnen.
Rechtspersoonlijkheid voor de natuur
Op andere plekken wordt nog een stap verder gegaan: daar is rechtspersoonlijkheid toegekend aan natuurlijke entiteiten, waardoor zij juridisch vertegenwoordigd worden.
In 2017 werd de Whanganui-rivier in Nieuw-Zeeland de eerste natuurlijke entiteit die rechtspersoonlijkheid kreeg, na een campagne van de lokale Maori.
De daaruit voortvloeiende wetgeving erkent de rivier als een “levend en ondeelbaar geheel” en benoemt bewakers uit zowel de Maori-gemeenschap als de regering om haar rechten op vrije stroming, behoud van biodiversiteit en vrijheid van vervuiling te verdedigen.
Hoewel de gezondheid van de rivier nog steedswordt bedreigd door de gevolgen van landbouw en bosbouw, heeft de herkwalificatie van de rivier als levend wezen, in combinatie met haar juridische status, bijgedragen aan het belang van haar bescherming.
Het gaat hier niet alleen om symbolische maatregelen: in Spanje leidde de rechtspersoonlijkheid van de Mar Menor-lagune vorig jaar tot rechtszaken tegen vervuilende landbouwbedrijven. Die kregen samen twee miljoen euro aan boetes opgelegd, waarna de Europese Commissie twintig miljoen euro uittrok voor herstelmaatregelen.
De natuur aan tafel
Overal ter wereld krijgt Moeder Natuur steeds meer inspraak in de beleidsvorming. Maar het blijven natuurlijk nog steeds mensen die haar moeten vertegenwoordigen.
We zullen wellicht nooit echt weten hoe het is om een boom, een vogel of een rivier te zijn. Maar oprechte pogingen om ons in hun “schoenen” te verplaatsen, zorgen voor een verschuiving in de machtsverhoudingen bij beleidsbeslissingen.
Wetenschappers onderzoeken zelfs hoe kunstmatige intelligentie (AI) kan helpen om niet-menselijke perspectieven te belichamen. Zo ontwikkelde het Belgische Nationaal Park Bosland een AI-avatar die beleidsdocumenten, habitatkaarten en satellietbeelden analyseert om biodiversiteit te beschermen. Daarmee wordt de rekenkracht van AI ingezet om nuances en gegevens sneller te verwerken en zo de belangen van de natuur beter te vertegenwoordigen.
Deze voorbeelden dagen onze conventionele ideeën over burgerschap en inspraak uit en bieden nieuwe perspectieven voor rechtvaardigheid en ecologisch beleid in de 21e eeuw. Naarmate de klimaatcrisis versnelt, zullen dit soort maatschappelijke innovaties onmisbaar blijken om democratieën op te bouwen die alle leven kunnen beschermen.
